Als creatieve ondernemer loop je soms tegen dingen aan die je mogelijk niet interesseren, maar die je wel moet weten om je bedrijf goed te runnen. Volgens ons motto “saaier kunnen we het niet maken”, vertaal ik daarom in deze blog regelmatig een veelvoorkomende, saaie, maar belangrijke boekhoud-term. In deze blog: “omzetbelasting”.

Omzetbelasting volgens #degeldbaas
= geld wat bestemd is voor de belastingdienst, maar wat jij eventjes op je rekening bewaart.

Het zit zo: je verkoopt een product of dienst. Jij rekent hiervoor € 100,-. Je bent dan verplicht om óver dit bedrag, BTW te berekenen aan je klant. Dit kan bijvoorbeeld 21% of 9% zijn. Als we even uitgaan van een BTW percentage van 21%, dan betaalt je klant dus € 121,- aan jou. 100 euro is voor jou, 21 euro is voor de belastingdienst. Deze 21 euro wordt dus ‘omzetbelasting’ genoemd.

Heel belangrijk is: dit geld is dus niet van jou! Zet het dus ook meteen weg, zodat je niet in de verleiding komt om het even te ‘lenen’. Een ander voordeel van wegzetten, is dat je niet het gevoel krijgt dat het jouw geld is en dat je een gedeelte van jouw geld aan de belastingdienst moet betalen . Dat is namelijk echt niet zo, je krijgt het even op je rekening, en dan sluis je het weer door.

De volgende stap
Je maakt ook kosten om je bedrijf te runnen. Je koopt allerlei producten of diensten in. Hiervoor moet je bijvoorbeeld € 60,- betalen. Dit bedrag is inclusief BTW, want de verkopende partij heeft dezelfde rekensom gemaakt als jij in het eerste voorbeeld. Als we ook even uitgaan van 21%, dan is het bedrag dat de verkoper rekent voor zijn product of dienst dus € 49,58. Daar komt 21% BTW bovenop (€ 10,42) en het bedrag dat jij moet betalen, is € 60.

Jij als ondernemer mag de BTW die je over gemaakte kosten hebt betaald, terugvragen van de belastingdienst. De genoemde € 10,42 BTW, krijg je dus terug van de Belastingdienst.

Hoe gaat dit dan?
Aan het einde van elk kwartaal, geef je aan de Belastingdienst door welke omzet je hebt gemaakt, hoeveel kosten je hebt gemaakt, hoeveel BTW je hebt ontvangen en hoeveel BTW je terug dient te krijgen. In dit voorbeeld heb je dus € 100,00 omzet, € 49,58 kosten, € 21,00 BTW ontvangen en € 10,42 BTW betaald. In totaal moet je dus € 21,00 betalen en krijg je € 10,42 terug. Als je dit met elkaar verrekend, moet je dus in totaal € 10,58 betalen.